Wijzigingswet van enkele belastingwetten (herstel van enige onjuistheden)
Wet van 18 oktober 2001 tot wijziging van enkele belastingwetten (herstel van enige onjuistheden)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige daarmee samenhangende wetten, enige onjuistheden te herstellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet Inkomstenbelasting 2001.]
Artikel II
[Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]
Artikel III
[Wijzigt de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001.]
Artikel IV
[Wijzigt de Wet op de dividendbelasting 1965.]
Artikel V
[Wijzigt de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.]
Artikel VI
[Wijzigt de Wet ondernemerspakket 2001.]
Artikel VII
[Wijzigt de Wet van 14 december 2000, Stb. 568, tot wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Tariefwet 2001).]
Artikel VIII
[Wijzigt de Veegwet Wet inkomstenbelasting 2001.]
Artikel IX
[Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.]
Artikel X
[Wijzigt de Invorderingswet 1990.]
Artikel XI
[Wijzigt de Douanewet.]
Artikel XII
De hoofdstukken 2 en 3 van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 zoals die luiden na de wijzigingen ingevolge de wetten die voor 1 januari 2002 in het Staatsblad zijn of worden gepubliceerd, worden in het Staatsblad geplaatst.
Artikel XIII
1
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2001, met uitzondering van artikel VIII dat terugwerkt tot en met 30 december 2000 en de artikelen IX, X en XI terugwerken tot en met 1 juli 2001.
2
De wijziging ingevolge artikel V, onderdeel B, tweede lid, vindt nog geen toepassing op maanden die zijn geëindigd voor de dag van inwerkingtreding van deze wet alsmede op een maand die daarvoor is aangevangen en daarna is geëindigd.
3
In afwijking van het eerste lid treden artikel I, onderdeel S, en artikel V, onderdeel C, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
4
In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdeel R, in werking op 1 januari 2004.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 18 oktober 2001
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën, W. J. Bos
Uitgegeven de dertigste oktober 2001
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals